STIL EVEN, OVER KUNST EN BEZIELING, STEDELIJK MUSEUM ZWOLLE catalogus, 2012
Door Joke J. Hermsen
Wat vermag de kunst nog in deze hectische tijden? Kan zij een antwoord of weerwoord bieden op de drukte en complexiteit van ons bestaan? Toen Adriaan de Regt mij vroeg een essay voor de catalogus Stil Even te maken, stemde ik daar graag in toe. De vele prachtige stillevens en kunstwerken die hij voor deze tentoonstelling bijeen heeft gebracht, biedt mij de mogelijkheid wat langer na te denken over de specifieke verhouding tussen kunst en tijd. In mijn boek Stil de tijd liet ik naar aanleiding van het werk van Mark Rothko zien dat kunst ons van het strakke keurslijf van de klok kan bevrijden en een andere ervaring van tijd weet aan te boren. Zodra je voor een van zijn grote, abstracte doeken gaat staan, merk je dat je niet langer wordt opgejaagd door de snel wegtikkende uren van de klok, maar dat je in een andere, meer persoonlijke ervaring van tijd terecht komt. Die tijd lijkt ons niet alleen beter te ‘passen’ en minder rusteloos en opgejaagd te maken, maar ook tot reflectie en bezinning aan te sporen. ‘Velen van ons smeken om een handvol stilte’, schreef Rothko al in 1943, ‘een stilte waarin we kunnen wortelen en groeien.’ Sinds die tijd lijkt het rumoer van de wereld alleen maar toegenomen en daarmee ook ons verlangen naar rust en verstilling.
Want de 21e eeuwse mens heeft het druk. Hij combineert werk met zorgtaken en hobby’s, en tussendoor volgt hij de actualiteit op de voet. Ondanks alle tijdbesparende machines die we de afgelopen eeuw ontwikkeld hebben, wordt onze ervaring van tijd steeds meer door schaarste en versnelling gekenmerkt, niet toevallig de twee economische principes bij uitstek. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar in zo’n rap tempo op, dat we het amper nog bij kunnen benen, laat staan onze houding ertoe kunnen bepalen. Binnen twintig jaar heeft de brief plaats gemaakt voor sms’jes, mails en tweets en moet een gemiddelde manager tien keer meer informatie verwerken dan voorheen. Vele uren per dag brengen we voor grote en kleinere beeldschermen door, hetgeen behoorlijk hard werken voor ons brein betekent; alle informatie moet nu eenmaal verwerkt worden. Het beste zou zijn onze hersens overdag minstens een paar uur hersteltijd te gunnen, maar dat komt er meestal niet van. De gevolgen van de tijdsdruk en de technostress liegen er niet om: we schrijven alleen in Nederland ruim twee miljoen recepten per jaar uit om de symptomen van stress, burnout, depressiviteit en slaap- en concentratiestoornissen te bestrijden. Het wordt misschien tijd dat we ook de uitknop van onze apparaten eens weten te vinden. In plaats van voor computer of televisie te gaan zitten, kunnen we beter naar een museum gaan. Zeker als die tentoonstelling de naam ‘Stil Even’ draagt.
‘Pas als de klokken zwijgen, komt de ware tijd tot leven’, schreef William Faulkner. Als we op deze tentoonstelling voor een 17e eeuws stilleven van Willem Claesz Heda of een 20e eeuws stilleven van Charly Toorop komen te staan, lijkt precies dat te gebeuren: we vergeten voor even het voortrazen van de klok en ook het rumoer van de wereld lijkt te worden gedempt en naar de achtergrond verdreven. Het maakt niet uit wanneer deze doeken geschilderd zijn; voor de esthetische ervaring is de chronologische tijd niet van belang. Zowel de sober gedekte tafel van Claesz Heda als het kleurige boeket bloemen van Toorop laat onze blik eerst over de verstilde voorwerpen dwalen, om vervolgens, en dat is het wonderbaarlijke, haast ongemerkt bij ons zelf naar binnen te glijden. Kunst kan dus niet alleen de klok laten zwijgen en de ervaring van een ‘ware’ tijd oproepen, maar ook ruimte scheppen voor introspectie en reflectie. Het veel gebruikte vanitas motief op 17e en 18e eeuwse stillevens spoorde vroegere toeschouwers ook al aan over de tijd en de tijdelijkheid van het aardse bestaan na te denken. De schedels, oude boeken, verwelkte bloemen en omgevallen glazen op ‘Memento Mori’ doeken, zoals op die van Pieter Potter en Harmen Steenwijck op deze tentoonstelling, verwijzen zowel naar de vergankelijkheid van de mens en de materie als naar het belang van tijdloze, immateriële ervaringen.
Het stilleven kent een lange traditie binnen de geschiedenis van de kunst. In de Griekse en Romaanse oudheid ging het schilderen van stillevens gepaard met een heel specifiek denken over tijd. Volgens de klassiek Griekse filosofen heeft de tijd twee gezichten. Aan de ene kant is er Kronos, waarvan ons woord chronologie is afgeleid: het is de lineaire en meetbare tijd die wij keurig in partjes hebben opgedeeld – de uren, minuten en seconden - om afspraken te kunnen maken, transport te regelen, zaken te kunnen doen. Een uitermate praktische tijd, waarmee we de wereld hebben ingericht, maar dit is vooral een sociale, wereldse tijd. De tijd heeft ook nog een ander gezicht, meenden de Griekse filosofen, en die noemden ze Kairos of ‘de god van het geschikte moment.’ Dit is geen meetbare of kwantitatieve tijd, maar een kwalitatieve tijd, die niet op universele afspraken gebaseerd is noch van buitenaf wordt opgelegd, maar vanuit de mens zelf ervaren wordt. Kairos moet als een intermezzo of onderbreking op de Kronos gezien worden. Het was voor de Griekse filosofen tevens de tijd van de creativiteit: het ‘geschikte moment’ waarop het roer omgegooid of een nieuwe weg in geslagen kon worden. Kairos kon alleen vanuit rust ervaren worden; vandaar dat hij ook als een interval op de Kronos werd gezien.
We kennen deze ervaring allemaal. Als we ons ergens goed op concentreren, lijken we steeds meer van de kloktijd los te komen. We vergeten de tijd, zeggen we dan, maar eigenlijk bedoelen we dat we in een andere tijd terecht zijn gekomen. Deze tijd wordt door moderne filosofen als Henri Bergson en Ernst Bloch nader uitgewerkt in het onderscheid dat zij maken tussen tijd hebben en tijd zijn. Kairos wordt als een ‘innerlijke tijd’ begrepen, waarin al onze indrukken, sensaties, gevoelens en ervaringen die we tijdens ons leven hebben opgedaan liggen opgeslagen zonder dat we ons deze bewust herinneren. Waar de klok bepaalt hoeveel tijd we hebben – of tegenwoordig meestal denken niet te hebben - , daar bestaat de ‘innerlijke tijd’ eenvoudigweg uit alle tijd die we (geweest) zijn; het is een vlak onder ons bewustzijn sluimerende tijd, die we alleen kunnen ervaren als we rust nemen, een pas op de plaats maken, naar muziek luisteren , een boek lezen of naar kunst kijken. Zeker als deze kunstuitingen niet zozeer de schreeuwerige beelden en klanken van de wereld klakkeloos willen imiteren, maar als het ware achter het rumoer van Kronos proberen te grijpen en zo een verbinding met die andere tijdervaring op gang weten te brengen. Dat is wat ons wandelend op deze tentoonstelling kan overkomen, als we oog in oog komen te staan met ‘De dode zwaan’ van Jan Vonck, een stilleven van Willem Kalf of de textiele vertaling van een 17e eeuws bloemen stilleven door Wilma Kuil. Net zoals Plato rust als voorwaarde voor het denken en de creativiteit zag, meende Bergson dat we ons leven ‘af en toe op zijn beloop moeten laten’ om tot innerlijke reflectie te komen. Alles wat onze blik van prestatie, status, ambitie of economische nut afwendt, weet die dimensie van ‘zelf tijd zijn’ te ontsluiten. Mijmeren, mediteren, wandelen, maar ook languit liggen luieren op de Swingcloud van Margriet Smulders, een zacht schommelbed in de vorm van een wolk, die ons het dagdromen nog aangenamer en eenvoudiger maakt.
In Stil de tijd heb ik geprobeerd het ‘dubbele gezicht’ van de tijd voor een moderne lezer weer aanschouwelijk te maken. Hoewel het er uiteraard niet om gaat tussen Kronos en Kairos te kiezen, is het wel van belang om een evenwicht tussen beiden tot stand te brengen. Zo niet, dan verliezen we de toegang tot onze eigen, persoonlijke geschiedenis en vervreemden we ook van de bron van onze creativiteit. In deze tijden van economische crisis en drastische bezuinigingen op kunst en cultuur, wordt gemakshalve wel eens vergeten dat juist de diverse kunstuitingen kunnen inspireren dit evenwicht te herstellen, waardoor ook de almaar stijgende ziektekosten tegen stress en chronische vermoeidheid weer eens naar beneden kunnen. Behalve dat de kunst momenten van rust en bezinning kan scheppen, kan zij ook de vervreemding van de mens ten opzichte van zichzelf een halt toeroepen. In die zin biedt zij daadwerkelijk een antwoord op de alom klinkende oproep van de economie, die ons tot steeds sneller handelen en steeds meer consumeren aan zet, zoals op deze tentoonstelling ook door klinkt in het werk GREAT LI(F)E OR WASTE OF TIME? BUY TICKETS HERE- DO IT NOW! van BirgitVerwer.
Zonder rust, aandacht en verstilling, is de ervaring van zelf tijd zijn kortom niet mogelijk. Als we op belangeloze wijze naar de verschillende stillevens en kunstwerken op deze tentoonstelling kijken, komt Kairos al gauw om het hoekje gluren en kan ons ‘op het geschikte moment’ een nieuw inzicht, een nieuwe gedachte of een vergeten herinnering schenken. Deze kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van een ‘mémoire involontaire’, een niet bewust opgeroepen maar ons spontaan invallende herinnering, waaraan Marcel Proust in zijn epos Op zoek naar de verloren tijd zoveel bladzijden wijdde. De herinnering die dankzij het dopen van een madeleine in de lindebloesemthee wordt losgeweekt, heeft volgens Proust een inspirerende en geestverruimende werking. We kijken daarna met net iets andere ogen naar ons zelf en naar de wereld, want we hebben een fractie van onze onbewuste verleden tijd aan ons bewuste heden toegevoegd. Kunst die tot her/inneren motiveert, spoort in die zin ook aan tot verandering, tot groei, kortom tot worden. Het zou wellicht ook een van de betekenissen van het werk van Roger Wardin op deze tentoonstelling kunnen zijn, dat als titel ‘Gestern ist heute’ draagt.
Mark Rothko beweerde ooit dat hij met zijn werk kloktijdloze momenten wilde scheppen, omdat alleen dan een nieuwe waarheid of betekenis kan oplichten. Met zijn grote, abstracte doeken probeerde hij naar eigen zeggen ‘mensen daarheen te brengen waar ze hun menselijkheid weer kunnen ervaren.’ Wachten, rust nemen of niets doen werd door Rothko’s favoriete filosoof Friedrich Nietzsche ook wel de ‘windstilte van de ziel’ genoemd, die aan elk creatief proces voorafgaat. Toen ik vorig jaar een expositie van de schilderijen van George Meertens zag, werd ik in die ‘windstilte van de ziel’ ondergedompeld, om vervolgens met talloze nieuwe ideeën voor mijn nieuwe roman Blindgangers het museum weer te verlaten. De schilderijen van Meertens kun je zeker ‘verstild’ en ‘verinnerlijkt’ noemen, maar tegelijk gebeurt er ook iets uitbundigs op deze kleurige, abstracte doeken. Het grote doek ‘Bossen bij Clairvaux’ bijvoorbeeld getuigt zelfs van een opmerkelijke vitaliteit: het is een en al levenslust wat er in dit voorjaarsbos zoemt en gonst, met een energie die je blik bijna laat duizelen. Maar het een is niet met het andere in tegenspraak. Integendeel zelfs. Het kale wachten of de verstilling is datgene wat aan het uitbotten van bomen, planten, bloemen vooraf gaat, en dat geldt ook voor de mens. Na het wachten en her/inneren opent zich de immer wijkende horizon van ons denken en komt het nieuwe in aantocht.
We spreken dan van een bezielde ervaring, die zowel onze geest als ons gemoed verrijkt en verdiept. De ziel is geen verstard of immobiel principe, maar is dat wat leven in blaast en in beweging doet komen. Elke beeldend kunstenaar, schrijver of musicus weet dat hij vanuit het meest bijzondere van zijn eigen geschiedenis de universele taal van zijn discipline moet openbreken om niet alleen zijn persoonlijke signatuur in het werk te kunnen achterlaten, maar ook om zijn toeschouwers, luisteraars of lezers te kunnen bereiken. Als het de kunstenaar lukt om een glimp van die eigen ziel, dit ‘ragfijne weefsel van driften, affecten en herinneringen dat zich in de loop van een leven onderhuids vormt’, zoals Nietzsche de ziel en daarmee ook de ‘innerlijke tijd’ omschreef, in het werk te laten oplichten, weet het zijn publiek te raken en te bezielen.
Behalve door meer rust te nemen en bij tijd en wijle uit de ratrace van de economische tijd te stappen, kan de kunst onze intuïtie voor de andere tijd van Kaïros aanwakkeren. Een bezoek aan de tentoonstelling ‘Stil even’ is dus feitelijk een win-win situatie. Naast rust en ontspanning, valt ons ook nog herinnering, bezieling en inspiratie ten deel. Tel uit je winst