Tijd. Tijd is essentieel om de op het eerste gezicht monochrome doeken van George Meertens te bekijken, te ervaren en te doorgronden. Om opgenomen te worden in zijn wereld, maar ook om onze eigen gedachten en emoties te ervaren.
Die tijd is in de eerste plaats nodig om te zien wàt George Meertens geschilderd heeft. Ons oog heeft gewoonweg tijd nodig. Het gaat immers niét om monochrome vlakken: hoe langer we kijken hoe meer diepte, verfstreken en kleurnuances we ontdekken.
Zijn schilderijen bevatten veel lagen. Lagen van verf en betekenis. Lagen van tijd. Want verf is gestolde tijd, gedroogde tijd. In elk schilderij sluimert de eigen geschiedenis en is soms de opbouw zichtbaar.
George Meertens schildert met olieverf, een traag drogend medium, in tegenstelling tot bijvoorbeeld acryl. Elke kunstenaar heeft zo zijn of haar voorkeuren, George houdt van die lange droogtijd. Hij zet soms enkele schilderijen tegelijkertijd op, en dan moet hij wachten tot de grondlaag droog is.
Tijdens dat droogproces verandert er veel. In de verf, bijvoorbeeld. Verf verandert van kleur, kan een ander uitzicht krijgen dan toen ze nog nat was. Het zijn onvoorspelbaarheden die het verdere creatieve proces, het verdere schilderen diepgaand kunnen beïnvloeden.
Ik citeer in dat verband graag de wijze woorden van Raoul De Keyser, de éminence grise onder de Belgische schilders, die in 2012 op z’n 82ste overleed.
“Het werk dicteert u, ge beslist niet zelf. Ge hebt iets in uw hoofd en tijdens het schilderen gebeurt er toch iets anders. Dat is de ervaring die ge meemaakt. Niet alles ligt dus vast. Onderweg kan er van alles gebeuren. Ge moet oog hebben voor het accident, het toeval. Een moeilijk moment is: wanneer moet ge stoppen? Ge kunt te ver gaan en een schilderij kapotschilderen.”
George Meertens zei, twee weken geleden in zijn atelier in een voormalige school in Breda: “Je moet het onbewuste toelaten. Ik kan niet beredeneerd werken.”
Natuurlijk zijn er moeilijke momenten. Ook schilders kunnen een ‘writers’ block’ hebben. Ze zitten vast en kunnen niet voort. Maar, liet George Meertens erop volgen: “De mooiste resultaten bereik je als de crisis het grootst is.”
Tijd. Het woord is al vaak gevallen en het is cruciaal.
Schilderen is een oud ambacht, het heeft een lange geschiedenis. Schilderen gaat traag, en staat haaks op onze voorthollende tijd. Schilderen is een stil en tegendraads protest, in een tijd waarin een storm van beelden om ons heen waait, een tijd van beeldflitsen en instagram waar foto’s zelfs maar enkele seconden of fracties van seconden zichtbaar blijven.
De schilder besteedt veel tijd aan zijn schilderijen, die tijd is tastbaar en daar moeten we ons dan ook voor openstellen.
“De mooiste resultaten bereik je als de crisis het grootst is” (George Meertens)
In een mooi, empathisch artikel dat filosofe Joke Hermsen aan George Meertens wijdde, schrijft ze dat ze bij het bekijken van zijn schilderijen in Museum De Pont een andere dimensie van tijd heeft ervaren. Ze belandde in een weldadige tijd die weidser, rijker en voller aanvoelde, ze werd ondergedompeld in de zogeheten ‘durée’.
Joke Hermsen verwijst daarbij naar Henri Bergson, de Franse filosoof die de begrippen ‘temps’ en ‘durée’ benoemd en verfijnd heeft. In het Nederlands hebben we het over ‘kloktijd’ en ‘tijdsduur’. De Griekse begrippen Kronos en Kairos zijn ook gebruikelijk, en verwijzen naar goden in de Griekse mythologie.
Wat is het verschil?
Kronos verbeeldt de lineaire, chronologisch geordende tijd, die ten grondslag ligt aan onze kloktijd. De kleinzoon van Kronos is Kairos: hij staat voor een verticale onderbreking of intermezzo op die tijd. Daarom werd hij de god van het juiste ogenblik genoemd.
Kairos kunnen we begrijpen als een tussentijd waarin we terechtkomen als we rust nemen, naar muziek luisteren, een schilderij aandachtig bekijken, een boek lezen of ons ergens heel goed op concentreren. Of aan het dagdromen zijn.
Het is gestolen tijd.
Tijdens het interval van Kairos worden we niet langer opgejaagd door een vermeend gebrek aan tijd, springen we niet langer van punt naar punt op een externe, lineaire lijn, maar opent zich een dimensie van tijd die ononderbroken voortduurt.
De ‘durée’ van Bergson stel ik me voor als ‘aangeslibde tijd’. Durée is een soort reservoir van alles wat we hebben meegemaakt: ervaringen, emoties, voorvallen, vreugdes en trauma’s die zich hebben opgestapeld en vastgezet in ons geheugen – die vaak ook weggestopt en verdrongen zijn. Maar niet alleen het geheugen is de opslagplaats – de kelder en de zolder – van onze ervaren tijd, ook ons lichaam en onze huid, zijn dat. Zij zijn de materialisatie, de veruitwendiging van onze persoonlijke tijd, onze geschiedenis.
‘Kairos’ is de tussentijd waarin we terechtkomen als we rust nemen, naar muziek luisteren of een schilderij aandachtig bekijken. Het is gestolen tijd.
Wat heeft dit nu allemaal met elkaar te maken?
Door de tijd te nemen, door ons open te stellen voor kunst komen we met dat diepere zelf in contact.
Even terzijde: kijken naar beeldende kunst, luisteren naar muziek of het lezen van een roman is bovendien een vorm van creativiteit – voor alle duidelijkheid: zonder toeschouwer bestaat het beeld niet, zonder lezer bestaat de roman niet,… De interactie tussen toeschouwer en beeld, tussen luisteraar en muziek is essentieel.
Ook de Russisch-Amerikaanse schilder Mark Rothko wilde dit soort intense ervaring bij de toeschouwer oproepen: “Ik schilder grote schilderijen omdat ik een toestand van intimiteit wil scheppen. Een groot schilderij neemt je meteen het schilderij in.”
Rothko wilde niet geassocieerd worden met action painting en ook niet met abstracte kunst. Hij ontkende dat zijn werken puur formalistisch waren. Hij wilde wel tijdloze monumenten scheppen, die niet noodzakelijk rustgevend zouden zijn, maar extreme gevoelens oproepen. Hij wilde dat de toeschouwer omringd of zelfs opgezogen zou worden door de schilderijen, daardoor zijn of haar individuele ‘ik’ zou overstijgen en daardoor een andere visie zou krijgen op zichzelf en de wereld.
Ik citeer Rothko: “Het gaat nooit over de vraag abstract of figuratief. Het gaat altijd om het beëindigen van de eenzaamheid, om het kunnen *ademen* en om het opnieuw kunnen uitstrekken van je armen.”
Toeval of niet, een van de schilderijen van George Meertens heet Adem. Het is een werk waarin u, zo u wil, de blauwe lucht kan zien, vrijheid en bevrijding, opluchting. In het bijna onwezenlijke besef dat achter die blauwe lucht die we – soms toch – boven ons hoofd zien een pikzwart en uitdijend heelal schuilgaat.